In 1976 begon het Centrale Rekencentrum, dat in 1970 werd opgericht en tot dan voornamelijk batch jobs verrichtte, haar eigen netwerk te ontwikkelen. Dit stervormige netwerk had als voornaamste doel om toegang te bieden tot de centrale CDC 6500 en CDC 6600 machines.
De nodes in dit netwerk waren met microprocessoren uitgeruste multiplexers, ‘clusters’ genaamd. Door middel van lokale telefoonkabels en RTT-lijnen, werden tot 500 terminals (in 1982) fysiek met het netwerk verbonden. Een ‘front end’ computer (Modcomp mini computer) beheerde de communicatie tussen de mainframes en het netwerk. Zowel de clusters als het communicatie protocol werden ontwikkeld binnen het Rekencentrum.
Door de decentralisatie van computer apparatuur, voldeed het concept van dit Rekencentrum niet meer aan de vereisten van de jaren 80. Aan de ene kant verschenen mini computers in verschillende diensten, aan de andere kant was er de explosieve toename van persoonlijk computer gebruik. Gebruikers die tot dan toe slechts toegang hadden tot de centrale machines, konden ineens een deel van hun werk (zoals secretariaat, oefen sessies, enz.) uitvoeren op lokale machines.
Gestimuleerd door Prof. Dr. Ir. J. Tiberghien en dankzij de inspanning van Prof. Dr. Ir. M. Goossens, besliste de VUB om VUBnet op te starten, een netwerk dat communicatie tussen lokale machines mogelijk zou maken.
De nood aan flexibele toegang tot de mainframes bleef niettemin bestaan. In 1988 werd de centrale ‘backbone’ van dit nieuw netwerk uitgebreid tot aan de krachtige ‘number crunchers’ van het Rekencentrum. Begin 1989 kregen de twee CDC machines (Cyber 180/815 en 180/855) het gezelschap van de eerste super computer in België: een Cray X-MP/14!
In 1989 werd de verantwoordelijkheid voor het beheren en de verdere uitbreiding van VUBnet toevertrouwd aan het Rekencentrum, met als voornaamste doel een optimale ondersteuning van de VUB gemeenschap.
In 1991 werden de Cyber 180/815 en 180/855 vervangen door vier EP/IX servers: twee interactieve CD4360-300 servers, een CD4360-300 file server en een CD4680-101 NIC server (Numerical Intensive Computer). Op dat ogenblik werd ook het oude CC (Computer Centre) netwerk volledig ontmanteld.
Naar het einde van 1991, werd de Cray X-MP/14 vervangen door een Cray Y-MP2E/116. In 1995 werd de Cray Y-MP op zijn beurt vervangen door een J916 en werd eveneens een SGI Challenge geplaatst. In 1997 werden de EP/IX server definitief afgezet.
Het VUBnet netwerk bleef groeien en het aantal aangesloten machines bleef groeien (2900 in april 1998). De FDDI backbone structuur evolueerde van een ring naar een sterstructuur, snelle L2 switchen werden geïntroduceerd en de bandbreedte van de links naar Jette en Rode werd drastisch verhoogd.